Aardappelen, wie is er in Nederland niet groot mee geworden. Nog steeds een veelgezien product op de dinertafel in menig huishouden. En terecht! Aardappelen zitten boordevol koolhydraten, vitamine B6 en C en vezels.

Oorsprong

Omstreeks 1500 werd de eerste aardappel uit Zuid-Amerika meegenomen naar Europa. De inca's die daar woonden verbouwden de aardappel al honderden jaren. Tot 1727 werd de aardappel eigenlijk alleen gezien als varkensvoer of voedsel voor de arme bevolking. Daarna werd deze meer als gewoon eten beschouwd.

Kweken

Aardappels zaai je niet, die kan je alleen poten. Aardappelen vormen onder de grond wortels met daaraan nieuwe aardappelen, elke keer weer. In onze zaaikalender is het poten onder 'planten' gezet. 

Als je een aardappel gaat poten maak je eerst een flinke berg aan aarde. Schep over de lengte van de grond die je wil gebruiken een geul van ongeveer 30 cm. De heuvels die hierdoor ontstaan zijn uitstekend geschikt voor de aardappel om in te groeien. Deze grond is namelijk erg luchtig. We noemen deze bergen 'ruggen'. Poot hier ongeveer 12 cm onder het oppervlak een aardappel op 40cm afstand van elkaar.

Nadat de plant 15cm groot is geworden zou je deze wat kunnen aanaarden. Je schept dan wat extra aarde rondom de plant.

Oogsten

De aardappelen kunnen worden geoogst als de plant is uitgebloeid, de bladeren slap gaan hangen en afsterven. Je oogst aardappelen met een riek. Schep de hele rug om, zodat de aardappelen bloot komen te liggen, was de aardappelen en droog ze. We hebben wat tips opgeschreven in dit artikel om aardappelen langer te bewaren.